Golfers Magazine – Artikel over de Yips 

Het is het onderwerp waar eigenlijk niemand het over wil hebben, toch sprak Guus van Holland voor Golfers Magazine 9 uitgebreid met Erik van Wensen over de Yips…

 

Nieuwe Golfers Magazine

Sportpsychologie
Nederlands Onderzoek Yips

‘Néééé… waarom?!’

Je hebt een puttje van dertig centimeter en duwt de bal met een soort spastische beweging toch naast de hole. Ver-schrik-ke-lijk. Erik van Wensen is neuroloog, golfer en yipper en doet onderzoek naar de yips.

Zomaar een vraag op de golfbaan

Of ik nog weleens een artikel over golf schrijf. Ja, was mijn antwoord, over de yips. De yips? De drie andere mannen in mijn flight keken elkaar aan. Hoe hoog of hoe laag hun handicap, ze hadden er nog nooit van gehoord, laat staan last van gehad. Ja, de bal vloog weleens de baan uit, een korte putt werd zomaar gemist, een chip mislukte totaal en meer van die dingen die schijnbaar elke golfer overkomen. Maar dat zal wel met de grip, de stand of de swing te maken hebben – of gewoon met de concentratie. De schouders ophalen en doorspelen: It’s all in the game.

Grote namen

Al die missertjes kunnen ook liggen aan de yips. Vrijwel alle sporters gaan door de grond als ze met dit verschijnsel te maken krijgen. Tot tranen aan toe. Er zijn zelfs sporters die er ten einde raad helemaal mee stoppen. De yips belemmeren niet alleen golfers. Andere sporten waar we iets soortgelijks terugzien zijn honkbal (sasseritis), cricket (yips), darten (darteritis), biljarten (keuitis), schieten (flinching), boogschieten (target panic), hardlopen (runner’s dystonia), schaatsen (zwabbervoet) en tennis (serving yips). En dat zijn maar een paar voorbeelden. Namen van golfers die er last van hebben of ervan hersteld zijn: Padraig Harrington, Keegan Bradley, Sergio Garcia, Ben Hogan, Tom Watson, Ernie Els, Bernhard Langer (vier keer, maar wel overwonnen), Sam Sneed, Kevin Na, Hank Haney, Tiger Woods en Tommy Armour. De laatste vierde begin vorige eeuw triomfen – hij won drie Majors – en was zo’n vijftig jaar geleden de eerste die de term yips beschreef in zijn boekje ABC’s of Golf.

Yips-slachtoffer

De yips – een neurologisch fenomeen – zijn kleine, onwillekeurige schokken in de armen, die onder het golfen en vooral tijdens het putten optreden, waardoor de bal vaak volledig verkeerd geraakt wordt. Het is een taakspecifieke bewegingsstoornis, wat wil zeggen dat deze stoornis zich alleen of vooral voordoet tijdens een specifieke taak, in dit geval tijdens het putten. De neurologische classificatie van deze bewegingsstoornis is een focale, taakspecifieke dystonie, zo lezen we op de website van Erik van Wensen, de Dutch Yips Study.

Van Wensen (48) is neuroloog in het Gelre Ziekenhuis in Apeldoorn en zelf verwoed golfer met handicap 7. Hij kreeg zelf met de yips te maken en bestudeert het verschijnsel al ruim vijf jaar, nu nog als hobby naast zijn werk. De unieke combinatie neuroloog, golfer en yipper heeft ertoe geleid dat hij zich heeft voorgenomen een methode te ontwikkelen om het probleem op te lossen. Daarbij komt nog dat zijn vader ook de yips had…


Kortsluiting

‘Bij mijzelf ontdekte ik een jaar of vijftien geleden, op hole één van de Rosendaelsche, dat ik de yips had. Opeens ging er een schok door mijn arm. Op een YouTube-filmpje is dat goed te zien. Het ziet er bijna overdreven uit. Op de begrafenis van mijn vader in 2009 heb ik in een toespraak beloofd dat ik die yips zou gaan oplossen.’

Samen met collega-neuroloog en tevens specialist bewegingsstoornissen aan het Radboudumc in Nijmegen, Bart van de Warrenburg, ontwikkelde hij de eerste Dutch Yips Studie. Mede aan de hand van een enquête onder alle leden van de Rosendaelsche Golfclub willen ze meer te weten komen over het voorkomen van de yips onder golfers. Van Wensen: ‘Ieder lid kan zich aanmelden, net als golfers die menen de yips te hebben. Ik wil ze dan te zijner tijd filmen, want ik wil het graag vastleggen. Eigenlijk is het ook goed te zien. Het is meer dan choken, dat is wellicht de meest lichte vorm van yips. Het is ernstiger. Er ontstaat kortsluiting in je hersens, in de frontale cortex. Je kunt er van alles op verzinnen, maar vooralsnog is de juiste geneeswijze niet gevonden. Ik denk wel dat ik een voorsprong heb op andere onderzoekers en wetenschappers, omdat ik zowel neuroloog, golfer als yipper ben.’

‘Ik heb een voorsprong op andere onderzoekers, omdat ik zowel neuroloog, golfer als yipper ben.’

Hoop

Van Wensen heeft zich voorgenomen in de komende tien jaar elk jaar een van zijn Dutch Yips Studies af te ronden. Vooralsnog heeft hij een aantal mogelijke oplossingen bedacht. EMDR (eye movement desensitisation and reprocessing), een methode waarbij een psychiater of een psycholoog bewegingen van de ogen koppelt aan een bepaalde angst en die een andere lading geeft. Cognitieve gedragstherapie, met behulp van hypnose. En tot slot injecties met botulinetoxine A. Maar de effectiviteit moet allemaal nog goed onderzocht worden, weet Van Wensen. Verschillende golfers vertelden hem dat ze van hun yips probeerden af te komen door gebruik van onder andere bètablokkers om de hartslag en bloeddruk te verlagen. Maar ook slaap- en kalmeringsmiddelen worden toegepast, net als acupunctuur. Niets van dat alles bleek goed te werken. Mogelijk kan Van Wensen via functionele MRI-scans in de frontale cortex de nodige antwoorden vinden, maar dat is toekomst. Inmiddels heeft hij, samen met psychiater Pieter-Jan Boogaard, vier golfers behandeld met EMDR. Hij is in hoopvolle afwachting van de resultaten die hij samen met zijn collega in 2019 wil publiceren in een wetenschappelijk tijdschrift.


Oorzaken

Van Wensen schat dat vijf procent van de 400.000 golfers in Nederland last heeft van yips. Dat zijn er maar liefst 20.000. Toch is het onderwerp yips in golf nog vaak taboe, zo leren we van Van Wensen. Vooral topsporters hebben het er liever niet over, uit angst voor ‘besmetting’. Maar als ze eenmaal zelf zijn aangetast door het neurologische fenomeen, willen ze maar wat graag de oplossing vinden. Artsen zijn echter vaak niet bekend met de yips en de behandelmethoden zijn nog beperkt.

Van Wensen vermoedt dat er meer aan de hand is dan alleen stress. Verstijving of verkramping komen vanzelfsprekend voor. Ze hebben een functie, wellicht als beschermingsmechanisme. Mogelijk hebben negatieve ervaringen ook invloed en nestelen die zich in het geheugen of het brein. Genetische erfenis is eveneens mogelijk. De vader van Van Wensen had de yips en zo zijn er nog meer voorbeelden.

Uh, ik?

Van Wensen begon op zijn vijftiende met golfen. Vijftien later ervoer hij voor het eerst de hinderlijke schok in zijn rechter onderarm, bij de lange putts, op het moment van contact tussen bal en putter. Later kreeg hij ook dergelijke schokken bij korte putts en vervolgens ook bij zijn afslagen. Naarmate de wedstrijdspanning toenam, kreeg hij er meer last van. Door de druk van zijn arm af te halen en vrijwel alleen nog met links te putten kon hij de schokken nagenoeg volledig voorkomen. Veel golfers hebben echter niet door dat ze de yips hebben. Van Wensen refereert aan Jan Dorrestein, lang Nederlands meest prominente speler en nog altijd teaching-pro op de Rosendaelsche. ‘Als hij niet de yips had gekregen, was hij een nog groter golfer geworden.’

Van Wensen richt zich vooral op golfers, omdat hij zelf een beoefenaar is. Maar ook andere sporters met yips heeft hij leren kennen, zoals een biljarter die hij heeft behandeld.


Ook bij muzikanten

‘Ik hoop met mijn onderzoek de circa 800 à 900 neurologen die Nederland telt, te bereiken.’ Zoals zijn collega-neuroloog Cees Jansen van ziekenhuis De Gelderse Vallei in Ede, die zich vooral met de ‘focale taak-specifiek dystonieën’ onder musici bezighoudt. Denk aan pianisten zoals in de negentiende eeuw Robert Schumann, die bij het spelen plotseling controleverlies aan zijn rechterhand ontdekte. En blazers die niet meer konden musiceren, omdat hun lippen zich ineens niet meer om het mondstuk sloten. ‘Wie weet wat neurologen van elkaar kunnen leren.’

Van Jansen, die een speciaal spreekuur heeft voor musici met vermoede neurologische klachten, hoorde Van Wensen dat perfectionisten – en dat zijn beroepsmusici vrijwel zonder uitzondering – extra ontvankelijk voor dystonie. Op functionele MRI-scans is volgens Jansen te zien dat bij mensen met dystonie de gebieden in de hersenschors die de activiteiten van de verschillende vingers aansturen, in elkaar overlopen. De ‘bedrading’ die de signalen van de vingers verwerkt, is als het ware verstrikt geraakt. Dat uit zich in onwillekeurige en ongewenste bewegingen: een vorm van spasticiteit. Sommige onderzoekers denken dat dystonie de natuurlijke grens van de vingervlugheid markeert.

Tot het gaatje

Erik van Wensen gaat ambitieus door met zijn onderzoek. Niet alleen om een vaak nog onbewust probleem te helpen oplossen, maar ook om van zijn eigen yips af te komen. De yips heeft heel veel mensen het plezier in hun sport en spel ontnomen en mogelijk veel carrières van talenten in de knop gebroken. Dat houdt hem doorlopend en serieus bezig.